Verplichte statutenwijziging vennootschappen: de tijd dringt!

Terug naar het overzicht

18 april 2023

Ver­plichte statuten­wi­jzig­ing ven­nootschap­pen: de tijd dringt!

Als gevolg van de nieuwe ven­nootschap­swet­gev­ing, die in 2019 van kracht werd, moeten alle bestaande ven­nootschap­pen vóór 1 jan­u­ari 2024 hun statuten aan­passen. Deze ver­plicht­ing zorgt bij heel wat onderne­mers voor de nodi­ge wrev­el, omdat dit voor extra kosten zorgt. Toch kunt u deze maa­tregel als een oppor­tu­niteit – en dus waarde­volle invester­ing – bekijken 

De basis­regels opgefrist

Op 1 jan­u­ari 2020 trad het nieuwe Wet­boek van Ven­nootschap­pen en Verenigin­gen (WVV) in werk­ing. De wet­gev­er snoei­de drastisch in het aan­tal ven­nootschapsvor­men, met vier overbli­jvende vor­men: de besloten ven­nootschap (bv), de naam­loze ven­nootschap (nv), de coöper­atieve ven­nootschap (cv) en de maatschap.

Afgeschafte rechtsvor­men moeten over­schake­len op een andere rechtsvorm. De over­heid duid­de hier­voor een voorgeschreven rechtsvorm aan. Een ven­nootschap die ervoor kiest om dergelijke voorgeschreven rechtsvorm te gebruiken, kan dat doen met een gewone statutenwijziging.

Wrev­el over extra kosten 

Opval­lend is dat momenteel nog maar een min­der­heid van de ven­nootschap­pen de statuten heeft aangepast. Het kan dit jaar dus nog erg druk wor­den bij notaris­sen, met name voor een statuten­wi­jzig­ing van bv’s, nv’s en cv’s. En zo’n bezoek heeft uit­er­aard een pri­jskaart­je. En dat zorgt dan weer voor de nodi­ge wrev­el bij heel wat onderne­mers, omdat wijzigin­gen voor de typ­is­che man­age­mentven­nootschap­pen, ven­nootschap­pen van vri­je beroeps­beoe­fe­naars en pat­ri­mo­ni­umven­nootschap­pen enkel tech­nisch van aard zijn.

of eerder een invester­ing in de toekomst?

Toch sug­ger­eren spe­cial­is­ten om deze ver­plicht­ing niet zozeer als een onn­odi­ge kost te zien, maar eerder als een nut­tig reflec­tiemo­ment en een invester­ing in de toekomst van uw bedri­jf. In het kad­er van de aan­pass­ing van de statuten aan het nieuwe WVV is het immers erg zin­vol om stil te staan bij vra­gen zoals:

Is de huidi­ge struc­tu­ur van uw onderne­m­ing nog aangepast aan de heden­daagse noden?

Hebt u alle afsprak­en met medeaan­deel­houd­ers duidelijk op papi­er gezet?

Hoe zit het met de con­tin­uïteit van uw onderne­m­ing als u zou uit­vallen? Wat bijvoor­beeld met een zorgvol­macht waar­bij de wis­sel­w­erk­ing met de statuten van groot belang is.

Quid exit­strate­gie of successieplanning?

Een antwo­ord op deze vra­gen zorgt voor de nodi­ge gemoed­srust en com­fort, zow­el voor uzelf als voor uw medewerkers.