Pc of smartphone van de werkgever: houding fiscus tegenover accessoires

Terug naar het overzicht

09 juli 2021

Pc of smart­phone van de werkgev­er: houd­ing fis­cus tegen­over accessoires

Als u mate­ri­aal aan­biedt aan uw medew­erk­ers om te kun­nen werken, dan zijn er twee mogelijkhe­den. Ofwel beschouwt de fis­cus het als kosten eigen aan de werkgev­er (en dan is het niet belast­baar voor de werkne­mer), ofwel als voordeel van alle aard (en dan is het uit­er­aard wel belast­baar). Pc’s en smart­phones vallen onder die laat­ste cat­e­gorie. Maar wat met de acces­soires ervan?

Kan­toor­ma­te­ri­aal

Begin 2021 pub­liceerde de belastin­gad­min­is­tratie nog een uit­ge­brei­de cir­cu­laire over de terbeschikking­stelling van kan­toor­ma­te­ri­aal aan per­son­eel voor thuiswerk. Heel wat werkgev­ers had­den er tij­dens de coro­nacri­sis voor gezorgd dat het ver­plichte telew­erk in de best mogelijke omstandighe­den kon door­gaan. Scher­men, ergonomis­che stoe­len en print­ers wer­den aangekocht voor het personeel.

De fis­cus stemde er mee in dat veel van deze uit­gaven effec­tief als kosten eigen aan de werkgev­er wor­den beschouwd waar­door ze niet belast­baar zijn in hoofde van het per­son­eel­slid.
Maar een lap­top en gsm/​smartphones bli­jven een moeil­ijk verhaal.

Voordeel … maar niet zo veel

Pc’s en smart­phones behoren zowat tot de stan­daar­duitrust­ing van vri­jwel alle medew­erk­ers. En toch meent de fis­cus dat als u als werkgev­er dat mate­ri­aal ter beschikking stelt van uw per­son­eel, u hen ook een voordeel van alle aard bezorgt.

De reden is uit­er­aard dat werkne­mers deze toestellen heel een­voudig voor privé­doelein­den kun­nen gebruiken. Enkel als werke­lijk vast­staat dat privége­bruik ver­bo­den dan wel onmo­gelijk is, beschouwt de fis­cus de terbeschikking­stelling van deze toestellen niet als een voordeel.

Anderz­i­jds moet ook gezegd dat de belast­bare basis van het voordeel eerder beperkt is. Het per­son­eel­slid wordt niet belast op de werke­lijke waarde van de toestellen, maar op een for­faitaire som. De fis­cus waardeert het voordeel uit het privége­bruik als volgt:

Voor een kosteloos ter beschikking gestelde pc (of lap­top): 72 euro/​jaar per toestel.

Voor een gratis ter beschikking gestelde tablet of mobiele tele­foon: 36 euro/​jaar per toestel.

En de accessoires?

In twee rul­ings van 30 maart 2021 (over cafe­taria-plan­nen) stelt de rul­ing­com­missie dat heel wat acces­soires mee in het for­fait zit­ten en dus niet apart een voordeel opleveren.

Voor wat betre­ft lap­tops ver­duidelijkt de com­missie dat mee in het for­fait zit­ten: de print­er, extra scherm, extra oplaad­k­a­bel, toet­sen­bord en muis, voor uit­slui­tend gebruik bij de gekozen pc of lap­top. Verder ook de draag­tas voor de lap­top en een USB-stick.
Voor wat betre­ft de smart­phone is er geen apart voordeel aan te reke­nen voor stan­daard acces­soires met een beperk­te waarde ten opzichte van het toes­tel. De com­missie geeft als voor­beelden: de bescher­mhoes, een extra oplaad­k­a­bel, maar ook een powerbank.

Al deze voor­w­er­pen mak­en ran­dap­pa­ratu­ur uit van de pc of de smart­phone en geven dus geen aan­lei­d­ing tot een bijkomende voordeel van alle aard.
Ze zijn uit­er­aard wel aftrek­baar als beroep­skost bij de werkgever.

Op het einde van de terbeschikkingstelling

De rul­ing­com­missie voegt er echter nog aan toe dat op het einde van de terbeschikking­stelling van het ICT-mate­ri­aal er eventueel wel een belast­baar voordeel van alle aard kan zijn ten belope van de werke­lijke rest­waarde van het toes­tel als “het einde van de terbeschikking­stelling gepaard gaat met de eigen­domsover­dracht van het ICT-mate­ri­aal naar het privéver­mo­gen van de begun­stigde werknemer”.

Con­creet: als de werkne­mer zijn smart­phone of lap­top mag houden op het einde van het arbei­d­scon­tract, dan kan er wel een belast­baar voordeel ontstaan. In dat geval kijkt de fis­cus naar de werke­lijke waarde van het mate­ri­aal. Op dat ogen­blik zal het ran­dap­pa­ratu­ur wel in reken­ing gebracht wor­den. Dat is dan meteen ook de reden waarom de meeste werkgev­ers het­z­ij het mate­ri­aal terugvra­gen, het­z­ij een bij­drage vra­gen van de ex-werknemer.