Nieuw standpunt van fiscus over thuiswerk

Terug naar het overzicht

22 april 2021

Nieuw stand­punt van fis­cus over thuiswerk

De belastin­gad­min­is­tratie heeft eind feb­ru­ari via een cir­cu­laire haar stand­punt bek­endge­maakt over de fis­cale gevol­gen van thuiswerk. De aan­lei­d­ing is de COVID-19-cri­sis, maar het nieuwe stand­punt staat verder los van de pan­demie: ze geldt voor alle sit­u­aties van thuiswerk sinds 1 maart 2021.

Thuiswerk

De cir­cu­laire gaat zow­el over de terug­be­tal­ing van kan­toorkosten, meu­bi­lair, inter­ne­taansluit­ing, privé­com­put­er… , als over de terbeschikking­stelling van kan­toormeu­bi­lair en/​of infor­mati­ca­ma­te­ri­aal door de werkgever.

Er is sprake van thuiswerk als de werkne­mer thuis op regel­matige basis werkza­amhe­den ver­richt die hij/​zij ook op de werkvlo­er bij de werkgev­er zou kun­nen doen.
Het gaat daar­bij wel om echt thuiswerk in de pri­vate lokalen van de werkne­mer. Werken in bijvoor­beeld een satel­li­etkan­toor is geen thuiswerk. Boven­di­en gaat het om thuiswerk in het kad­er van nor­male werkda­gen. Kosten gemaakt om bijvoor­beeld tij­dens de week­ends te kun­nen werken vallen niet onder thuiswerk!

Het nieuwe stand­punt is niet van toepass­ing voor bedrijfsleiders.

Terug­be­tal­ing van kosten

In principe zijn alle ver­goedin­gen betaald door een werkgev­er aan een werkne­mer, uit hoofde of naar aan­lei­d­ing van het uitoe­fe­nen van de beroep­swerkza­amheid belast­baar als bezoldigin­gen.
De terug­be­tal­ing van kosten eigen aan de werkgev­er zijn niet belast­baar maar dan moeten de par­ti­jen kun­nen aan­to­nen dat de ver­goed­ing dient als terug­be­tal­ing van kosten eigen aan de werkgev­er en dat de ver­goed­ing ook effec­tief daar­toe gebruikt werd.
Gelukkig staat de fis­cus toe dat voor bepaalde soorten onkosten, die ver­goed­ing op for­faitaire wijze wordt bepaald.

De fis­cus ver­duidelijkt dat de werkgev­er een for­faitaire kan­toorver­goed­ing mag toeken­nen die niet meer mag bedra­gen dan 129,48 euro per maand. Dat is niet nieuw. Voor de maan­den april, mei en juni 2021 mag (dus niet: moet) u het bedrag optrekken tot max­i­mum 144,31 euro per maand. Tot dat max­i­mumbedrag is de ver­goed­ing belast­ingvrij (en trouwens ook vrij van RSZ-bij­dra­gen). Gaat u er boven, dan is over­schri­j­dend deel belast­baar als loon.
Het max­i­mum moet niet ver­laagd wor­den in geval van deelti­jds werk, en mag ook gewoon verder betaald wor­den tij­dens het verlof.

Deze for­faitaire kan­toorver­goed­ing mag u enkel toeken­nen in geval van struc­tureel en regel­matig thuiswerk. Dit betekent dat het per­son­eel­slid (op maand­ba­sis bekeken) min­stens één werkdag (of equiv­a­lent) per week van thuis moet werken. Twee halve werkda­gen per week is bijvoor­beeld ook toege­lat­en. Uit­zon­der­lijk kan er ook voor niet-struc­tureel thuiswerk op het stelsel beroep gedaan wor­den, bijvoor­beeld als iemand een volledi­ge kalen­der­maand afwezig is door ziekte.

Welke uit­gaven wor­den gedekt?

De ver­goed­ing dekt kosten zoals het gebruik van een kan­toor­ruimte thuis (huur, afschri­jvin­gen), print­er- en com­put­er­ma­te­ri­aal (niet de print­er en com­put­er, maar wel het papi­er, een USB-stick, muis­mat­je, …), en kan­toor­ben­odigdhe­den (map­pen, cur­sus­blokken, balpen, …).

De admin­is­tratie laat boven­di­en toe dat de werkgev­er, naast deze ver­goed­ing ook enkele andere uit­gaven terug­be­taalt als kosten eigen aan de werkgev­er of mate­ri­aal ter beschikking stelt . De cir­cu­laire geeft een opsom­ming van wat daar­voor in aan­merk­ing komt. Onder meer een bureaus­toel, een tweede com­put­er­beeld­scherm, printer/​scanner, toet­sen­bord komen in aan­merk­ing.
Deze uit­gaven kun­nen dan wel niet elk jaar opnieuw gedaan wor­den. Voor een bureaus­toel gaat de fis­cus uit van een lev­ens­du­ur van 10 jaar, een tweede scherm slechts 3 jaar.
Maar opgelet: als het thuiswerk of de volledi­ge beroep­s­ac­tiviteit wordt stopgezet en het mate­ri­aal moet niet teruggegeven wor­den, dan ontstaat er een voordeel van alle aard voor de werknemer.

Verder laat de fis­cus ook de cumul toe van ver­schil­lende for­faitaire ver­goedin­gen voor thuiswerk met bijkomende for­faitaire ver­goedin­gen voor spec­i­fieke investerin­gen. Zo mag u als werkgev­er bovenop de boven­staande ver­goedin­gen, ook nog een ver­goed­ing toekennen:

van max­i­mum 20 euro per maand voor het pro­fes­sioneel gebruik van een privé-inter­ne­taansluit­ing en ‑abon­nement en

van max­i­mum 20 euro per maand voor het pro­fes­sioneel gebruik van de privé­com­put­er met ran­dap­pa­ratu­ur of van max­i­mum 10 euro per maand voor het pro­fes­sioneel gebruik van een eigen tweede com­put­er­beeld­scherm, printer/​scanner zon­der privécomputer.

Opgelet: de regels inza­ke het voordeel van alle aard voor het per­soon­lijk gebruik van een kosteloos ter beschikking gestelde pc, tablet, inter­ne­taansluit­ing, mobiele tele­foon of vast of mobiel tele­foon­abon­nement bli­jven gewoon verder van toepassing.