Kmo-groottecriteria anno 2022

Terug naar het overzicht

19 april 2022

Kmo-groot­te­cri­te­ria anno 2022

De Com­missie voor Boekhoud­kundi­ge Nor­men (CBN) pub­liceerde mid­den maart een nieuwe ver­sie van haar advies over de groot­te­cri­te­ria voor kleine ven­nootschap­pen. Een inter­es­sant document.

Defin­i­tie van kleine ven­nootschap­pen en microvennootschappen

Tra­di­tion­eel gebruiken we de term ‘kmo’ als we het hebben over kleine onderne­min­gen. De ‘M’ in de afko­rt­ing staat in principe voor de mid­del­grote onderne­min­gen, maar juridisch gezien bestaan die niet in onze ven­nootschap­swet­gev­ing. Daar bestaan eigen­lijk alleen maar 2 soorten ven­nootschap­pen: ven­nootschap­pen die ‘klein’ zijn en ven­nootschap­pen die ‘niet klein’ zijn. 

Een ven­nootschap is een kleine ven­nootschap als ze op de bal­ans­da­tum van het laatst afges­loten boek­jaar, niet meer dan één van de vol­gende cri­te­ria overschrijdt: 

jaargemid­delde van het aan­tal werkne­mers: 50

jaaromzet, exclusief btw: 9.000.000 euro, en

bal­ansto­taal: 4.500.000 euro. 

Er bestaat echter nog een ‘onder­soort’ van kleine ven­nootschap­pen, namelijk de microven­nootschap­pen. Dat zijn kleine ven­nootschap­pen die op de bal­ans­da­tum van het laatst afges­loten boek­jaar géén dochter­ven­nootschap of moed­er­ven­nootschap zijn én die niet meer dan één van de vol­gende cri­te­ria overschrijden:

jaargemid­delde van het aan­tal werkne­mers: 10

jaaromzet, exclusief btw: 700.000 euro, en

bal­ansto­taal: 350.000 euro.

Er zijn dus 3 ele­menten van belang: het per­son­eels­be­stand, de jaaromzet en het bal­ansto­taal. Het bal­ansto­taal kan u gewoon raad­ple­gen in de jaar­reken­ing en behoeft geen verdere toelicht­ing. Maar hoe zit het met het per­son­eels­be­stand en de omzet?

Per­son­eels­be­stand

Om het jaargemid­delde van het per­son­eels­be­stand te bereke­nen, moet er gekeken wor­den naar het
gemid­deld aan­tal werkne­mers in volti­jdse equiv­a­len­ten dat gereg­istreerd is in de Dimona-data­bank op het einde van elke maand van het boek­jaar. Zijn er werkne­mers die niet in de Dimona-data­bank opgenomen moeten wor­den, dan moet u kijken naar het alge­meen per­son­eel­sreg­is­ter of naar een gelijk­waardig bestand.

Voor deelti­jds tew­erkgestelde werkne­mers gebeurt de bereken­ing op basis van het con­tractueel overeengekomen aan­tal te presteren uren, gere­la­teerd aan de nor­male arbei­ds­du­ur van een vergelijk­bare volti­jdse werkne­mer (ref­er­en­tiew­erkne­mer).

Omzet

Het begrip ‘omzet’ wordt gedefinieerd als het bedrag van de verkoop van goed­eren en de lev­er­ing van dien­sten aan der­den, in het kad­er van de gewone bedri­jf­suit­oe­fen­ing van de vennootschap. 

De btw wordt buiten beschouwing gelat­en. Toeges­tane kortin­gen (afs­lag, ris­torno, rabat) wor­den afgetrokken, maar als de onderne­m­ing een over­hei­d­s­tussenkomst ont­vangt in het kad­er van een tar­ifer­ingspoli­tiek, als com­pen­satie voor lagere ont­vang­sten, dan moet dat bedrag mee opgenomen worden.

De CBN benadrukt dat het moet gaan om opbreng­sten van het nor­male bedri­jf en de com­missie geeft daar­bij het vol­gende voorbeeld.

Voor­beeld 1
Een resul­taten­reken­ing bevat de vol­gende gegevens: 
• jaaromzet, excl. btw: 3.300.000 euro
• andere bedri­jf­sop­breng­sten: 200.000 euro
• finan­ciële opbreng­sten (div­i­den­den): 700.000 euro, en
• niet-recur­rente finan­ciële opbreng­sten: 550.000 euro.
De omzet bedraagt hier 3.300.000 euro. 

Maar als de opbreng­sten uit het gewone bedri­jf van een ven­nootschap voor meer dan de helft bestaan uit opbreng­sten die niet aan de omschri­jv­ing van de post ‘Omzet’ beant­wo­or­den, dan geldt er een afwijk­end régime. In dat geval kijkt men voor het begrip ‘omzet’ naar het totaal van de bedri­jfs- én finan­ciële opbreng­sten, met uit­sluit­ing van de niet-recur­rente opbrengsten. 

Voor­beeld 2
Stel dat de resul­taten­reken­ing er als vol­gt uitziet:
• jaaromzet, excl. btw: 300.000 euro
• andere bedri­jf­sop­breng­sten (met uit­zon­der­ing van de niet-recur­rente): 850.000 euro
• andere finan­ciële opbreng­sten (met uit­zon­der­ing van de niet-recur­rente): 2.700.000 euro, en
• niet-recur­rente finan­ciële en bedri­jf­sop­breng­sten: 550.000 euro.
De eerste drie posten komen voort uit het gewone bedri­jf van de ven­nootschap. Samen vor­men zij een totaal van 3.850.000 euro, waar­van meer dan de helft is samengesteld uit ele­menten die niet overeenkomen met de klassieke defin­i­tie van omzet.
In dit geval wordt dus als omzet voor het groot­te­cri­teri­um het bedrag van 3.850.000 euro genomen. 

Duur van het boek­jaar van meer of min­der dan twaalf maanden

In eerste instantie benadrukt de CBN dat het niet de bedoel­ing is dat ven­nootschap­pen sys­tem­a­tisch een boek­jaar hebben dat langer of kor­ter is dan 12 maan­den. Dat kan, bij wijze van uit­zon­der­ing, wel toeges­taan wor­den, maar een boek­jaar kan nooit langer zijn dan 24 maan­den min één kalenderdag. 

Stel dat je dan toch in zo’n uit­zon­der­lijke sit­u­atie bent, hoe bereken je dan de cri­te­ria?
Vol­gens de CBN moet u het lim­i­etbedrag van de omzet, exclusief btw, ver­menigvuldigen met een breuk waar­van de noe­mer twaalf is en de teller overeen­stemt met het aan­tal maan­den van het betrokken boek­jaar. Elke begonnen maand wordt voor een volle maand geteld.

Voor­beeld 3
Neem een ven­nootschap met een omzet van 17.000.000 euro, excl. btw, in boek­jaar X, dat 15 maan­den telt.
De lim­i­et van de omzet (9.000.000 euro voor een kleine ven­nootschap) moet omgezet wor­den naar een lim­i­et over 15 maan­den. Met andere woor­den:
9.000.000 euro x 1512 = 11.250.000 euro > 9.000.000 euro.
In dit voor­beeld heeft de ven­nootschap dus de omzetlim­i­et voor de kleine ven­nootschap­pen overschreden.

Voor­beeld 4
U zou ook de omzet van de ven­nootschap over 15 maan­den kun­nen terug­bren­gen naar een peri­ode van 12 maan­den en dán vergelijken met 9.000.000 euro, maar het ein­dresul­taat is uit­er­aard het­zelfde : de ven­nootschap over­schri­jdt het omzetcri­teri­um: 17.000.000 euro x 1215 = 13.600.000 euro > 9.000.000 euro.

Belang

Waarom moet u weten of uw onderne­m­ing een kmo is, of niet? Eerst en vooral omdat heel wat admin­is­tratieve ver­plichtin­gen ver­schil­lend zijn voor kmo’s en andere ven­nootschap­pen. Denken we bijvoor­beeld aan de jaar­reken­ing, die min­der uit­ge­breid is voor microven­nootschap­pen en kleine ven­nootschap­pen. Maar ook fis­caal zijn er ver­schillen te noteren. Opgelet echter! In som­mige gevallen, en zek­er wan­neer het om Europese sub­si­dieregels gaat, gelden er heel andere ‘kmo-nor­men’.