Interestvoet bij betalingsachterstand handelstransacties

Terug naar het overzicht

23 september 2021

Inter­estvoet bij betal­ingsachter­stand handelstransacties

De inter­estvoet die van toepass­ing is bij een betal­ingsachter­stand in han­del­strans­ac­ties wordt om de 6 maan­den bepaald. Het per­cent­age ligt al vier jaar op 8%. Enkel in het tweede semes­ter van 2019 ging dat per­cent­age even naar 8,5%. In het eerste semes­ter van 2020 ging het terug naar 8% en dat is het nog steeds in het tweede semes­ter van 2021.

Han­del­strans­ac­ties

De rentevoet geldt enkel voor han­del­strans­ac­ties. Vol­gens de toepas­selijke wet zijn dit ‘trans­ac­ties tussen onderne­min­gen of tussen onderne­min­gen en aanbest­e­dende over­he­den of aanbest­e­dende dien­sten die lei­den tot het lev­eren van goed­eren of het ver­richt­en van dien­sten tegen ver­goed­ing’ (het gaat om kleinere over­hei­d­sop­dracht­en waar­bij de over­heid de afne­mer van de dienst is).
De rentevoet is ook van toepass­ing op trans­ac­ties tussen vri­je beroepers, zelf­s­tandi­gen en non-profitbedrijven.

De inter­estvoet geldt daar­ente­gen niet:
a) in burg­er­lijke zak­en;
b) in trans­ac­ties tussen een han­de­laar en een par­ti­c­uli­er;
c) in fis­cale zak­en;
d) in sociale zaken.

De inter­est is van rechtswege en zon­der inge­brekestelling ver­schuldigd als de schulde­naar niet betaalt bin­nen de wet­telijke of de overeengekomen betalingstermijn.

Let wel: de par­ti­jen kun­nen een andere regeling afspreken omtrent de wijze waarop een betal­ingsachter­stand ver­goed moet worden.

Andere inter­estvoeten

De inter­est wegens betal­ingsachter­stand bij han­del­strans­ac­ties mag niet ver­ward wor­den met de wet­telijke inter­estvoet. Die laat­ste wordt slechts één keer per jaar vast­gelegd. Momenteel bedraagt de wet­telijke inter­est 1,75%.
De wet­telijke inter­estvoet is van toepass­ing in burg­er­lijke zak­en (zoals privéza­k­en tussen natu­urlijke per­so­n­en) en op trans­ac­ties tussen han­de­laars en par­ti­c­ulieren (zoge­naamde han­del­sza­k­en).
Ook hier geldt als regel dat de par­ti­jen een andere regeling (en meer in het bij­zon­der een ander tarief) kun­nen overeenkomen.

In fis­cale zak­en mak­en we een onder­scheid tussen nalatighei­dsin­ter­esten (die u als belast­ing­plichtige ver­schuldigd bent als u te laat betaalt) en mora­to­ri­u­minter­esten (die de Schatk­ist aan u betaalt bij een laat­ti­jdi­ge terug­be­tal­ing van belastin­gen).
Het tarief van de nalatighei­dsin­ter­esten hangt af van het tarief van de lin­eaire over­hei­d­soblig­aties op 10 jaar. Voor 2021 werd de rentevoet van de nalatighei­dsin­ter­esten vast­gelegd op 4%.
De rentevoet van de mora­to­ri­u­minter­esten is gelijk aan de helft van die van de nalatighei­dsin­ter­esten (dus 2%).

Ten slotte is er ook nog de rentevoet voor sociale zak­en: daar geldt een vast tarief van 7%.