Huurprijzen van woningen: indexering afhankelijk van EPC-certificaat en gewest

Terug naar het overzicht

12 december 2022

Huur­pri­jzen van wonin­gen: index­ering afhanke­lijk van EPC-cer­ti­fi­caat en gewest

Huur is een gewest­bevoegdheid, maar de drie gewest­en namen in het kad­er van de hoogo­plopende energie- en ver­warm­ingskosten een­zelfde maa­tregel ter bescherming van de huur­der: een bevriez­ing van de index­ering. Toch zijn er enkele verschillen.

Huurindex­ering

In principe mogen ver­hu­ur­ders de huur­pri­js van hun wonin­gen elk jaar index­eren, en wel in de maand waarin het con­tract werd ges­loten. De index­aan­pass­ing mag niet hoger zijn dan de sti­jging van de zoge­naamde gezond­hei­dsin­dex. De gezond­hei­dsin­dex is gelijk aan de Bel­gis­che con­sumenten­pri­jsin­dex, maar dan zon­der de pri­jzen van alco­hol, tabak, ben­zine en diesel. Eind sep­tem­ber 2022 is die gezond­hei­dsin­dex met 11,2% (jaar-op-jaar) gestegen…

Het energiezuinig mak­en van een won­ing is eigen­lijk een besliss­ing die bij de ver­hu­ur­der ligt. Maar die ondervin­dt geen hin­der als de warmte langs ramen en deuren naar buiten stroomt. Dat is het prob­leem van de huur­der. Die dreigde de voor­bi­je maan­den niet alleen gecon­fron­teerd te wor­den met een enorme sti­jging van de huur­pri­js, maar ook met een enorme sti­jging van de kosten voor gas en elektriciteit.

De drie gewest­en maak­ten daarop dezelfde redener­ing: om enerz­i­jds de huur­der te bescher­men tegen de sti­jging van de energiekost en de huur, en om anderz­i­jds de ver­hu­ur­der aan te zetten om iets te doen aan de energie-effi­ciën­tie van de huur­wonin­gen wordt de huur­pri­js bevroren op het niveau van vorig jaar.
Maar de modaliteit­en van die indexbevriez­ing zijn ver­schil­lend in de 3 gewesten.

In het Vlaamse Gewest

Op 1 okto­ber keurde het Vlaamse Par­lement de niet-index­ering van de huur­pri­js voor niet-energie-effi­ciënte wonin­gen goed. Aan­vanke­lijk zou de maa­tregel op 1 novem­ber in werk­ing tre­den, maar op het laat­ste moment besloot de regering om de index­ering van de huur van de niet-energiezuinige wonin­gen al te ver­bieden vanaf 1 oktober. 

Ver­hu­ur­ders zijn in de regel ver­plicht om de energiezuinigheid van hun huur­won­ing mee te delen aan de poten­tiële huur­ders via het zoge­naamde energiepresta­tiecer­ti­fi­caat of EPC. Een EPC wordt toegek­end door erk­ende deskundi­gen en de energi­escore op het cer­ti­fi­caat kan var­iëren van een A+ (dit is een energiepro­duc­erend gebouw) tot een F (dit is een energiev­er­slin­dend gebouw).

Er zijn enkele uit­zon­derin­gen op deze regel: een EPC is pas ver­plicht sinds 2009. Voor huurovereenkom­sten oud­er dan 2009 is er geen EPC nodig. Ook als een won­ing zon­der pub­liciteit op de huur­markt wordt gebracht (de ver­hu­ur­der kent bijvoor­beeld de huur­der), is er geen cer­ti­fi­caat vereist. 

Een nieuw Vlaams decreet bepaalt nu dat ver­hu­ur­ders de huur van wonin­gen met een EPC-waarde E of F of van een won­ing zon­der EPC-cer­ti­fi­caat niet mogen index­eren.
Ver­hu­ur­ders van een won­ing met een EPC-waarde D mogen slechts de helft van de indexver­hoging door­reke­nen.
De huur­pri­jzen van wonin­gen met een cer­ti­fi­caat A+, A, B of C mogen gewoon geïn­dex­eerd worden.

De indexbevriez­ing begon op 1 okto­ber en duurt 12 maanden.

Opgelet! De indexbevriez­ing wordt achter­af niet inge­haald: zolang de energi­escore op het EPC-cer­ti­fi­caat D, E of F bli­jft, wordt de indexbevriez­ing via een cor­rec­tiemech­a­nisme doorgeschoven. Een gewone index­ering is pas terug mogelijk als er na ren­o­vatiew­erken een nieuw en beter cer­ti­fi­caat wordt uit­gereikt. De ver­hu­ur­der kan dan een index­ering vra­gen op basis van het nieuwe cer­ti­fi­caat. Maar hij kan daar­bij max­i­maal 3 maan­den terug­gaan in de tijd.

Brus­sels Hoofd­st­edelijk Gewest

Het Brus­sels gewest bereik­te begin okto­ber een akko­ord over een indexbevriez­ing en de ordon­nantie die de bevriez­ing door­vo­ert, trad in werk­ing op 14 okto­ber 2022.

Net als in de andere gewest­en zijn ver­hu­ur­ders in Brus­sel ver­plicht om de energiepresta­ties van hun gebouw mee te delen aan de poten­tiële huur­ders. De energie-effi­ciën­tie wordt er gep­re­sen­teerd in een energiepresta­tiecer­ti­fi­caat (PEB in het Frans, EPB in het Ned­er­lands) met een energi­escore van A voor het meest energie-effi­ciënte gebouw, tot G voor een energie-inef­fi­ciënt gebouw.

Vol­gens de ordon­nantie geldt er een indexbevriez­ing op basis van de PEB/EPB-waarde van het pand en wel op de vol­gende wijze:

Als de PEB/EPB-waarde A, B, C of D is, kan de huur geïn­dex­eerd wor­den zoals de wet of het con­tract bepaalt.

Als de PEB/EPB-waarde F of G is, kan de huur niet wor­den geïndexeerd.

Als de PEB/EPB-waarde E is, kan slechts de helft van de wet­telijke index­ering toegepast worden.

Deze indexbevriez­ing ging in op 14 okto­ber en duurt 12 maanden. 

In tegen­stelling tot de Vlaamse regeling voorzi­et deze veror­den­ing niet in een cor­rec­tiemech­a­nisme wan­neer de peri­ode van 12 maan­den voor­bij is.

Wor­den er ver­be­terin­gen aange­bracht aan het gebouw, zodat een beter cer­ti­fi­caat beschik­baar is, dan kan de ver­hu­ur­der een index­ering aan­vra­gen op basis van het nieuwe cer­ti­fi­caat, maar kan hij max­i­maal 3 maan­den in de tijd teruggaan.

Waals Gewest

Het Waalse Par­lement keurde op 19 okto­ber 2022 een decreet goed dat een bevriez­ing van de index­ering van de huur­pri­jzen oplegt van 1 novem­ber 2022 tot 31 okto­ber 2023

De energie-effi­ciën­tie wordt er vast­gelegd in een energiepresta­tiecer­ti­fi­caat (PEB), gaande van A voor het meest energie-effi­ciënte gebouw, tot G voor een energie-inef­fi­ciënt gebouw.

In Wal­lonië gebeurt de indexbevriez­ing als volgt:

Ver­bod op index­ering voor wonin­gen met een PEB F- of G‑label en voor wonin­gen zon­der PEB-certificaat;

Voor PEB E‑labels: beperk­ing van de huurindex­ering tot max­i­maal 50% van de gezondheidsindex;

Voor PEB D‑labels: beperk­ing van de huurindex­ering tot max­i­maal 75% van de gezondheidsindex;

Voor PEB A‑, B- of C‑labels: index­ering is toegestaan.

Het Waalse decreet bepaalt ook dat de indexbevriez­ing bli­jft door­w­erken na 31 okto­ber 2023.
Voor huur­pri­jzen waarop de indexbevriez­ing van toepass­ing was, zal de grond­slag van de huur­pri­js en de grond­slag van de index­ering wor­den vast­gesteld op basis van respec­tievelijk de huur­pri­js en de index­ering op de ver­jaardag tussen 1 novem­ber 2022 en 31 okto­ber 2023. Bijgevolg kan de ver­hu­ur­der de ver­loren huur na 31 okto­ber 2023 niet meer inhalen.

En tot slot, als de ver­hu­ur­der lat­er een cer­ti­fi­caat kan voor­leggen met een betere score dan dat van 1 novem­ber 2022, mag hij de geldende index­ering cor­rigeren op basis van het nieuwe cer­ti­fi­caat, maar hij mag max­i­maal 3 maan­den terug­gaan in de tijd.

Wie moet wat doen?

De ver­hu­ur­der moet nagaan of hij al dan niet mag index­eren en moet de boven­staande regels toepassen.

De huur­der moet con­trol­eren of de ver­hu­ur­der zijn bereken­ing cor­rect heeft gemaakt. Indi­en hij meent dat er geen, of slechts een gedeel­telijke index­ering mogelijk is, heeft hij het recht de betal­ing van de huur tot dat deel te beperken. De ver­hu­ur­der kan hem niet aanspreken op huurachterstallen.

Con­flicten kun­nen uit­ge­vocht­en wor­den voor de vred­erechter, maar het is uit­er­aard beter om eventuele con­flicten eerst uit te prat­en en te proberen om onder­ling tot een cor­recte oploss­ing te komen.