Het scheidingsaandeel na uittreding of uitsluiting

Terug naar het overzicht

19 mei 2022

Het schei­d­ingsaan­deel na uit­tred­ing of uitsluiting

Het Wet­boek van ven­nootschap­pen en verenigin­gen (WVV) maakt het mogelijk dat in de statuten van een besloten ven­nootschap (BV) een uit­tred­ings- en uit­sluit­ingsmo­gelijkheid wordt opgenomen. De Com­missie voor Boekhoud­kundi­ge Nor­men (CBN) heeft nu toelicht­ing gegeven bij de boekhoud­kundi­ge ver­w­erk­ing in hoofde van de BV in geval een aan­deel­houd­er uit­treedt of uit­ges­loten wordt las­tens het vennootschapsvermogen.

Uit­tred­ing en uit­sluit­ing bij de BV

De uit­tred­ings- en uit­sluit­ingsregeling las­tens het ven­nootschapsver­mo­gen is in een BV een fac­ul­tatieve regeling. Dat wil zeggen dat een uit­tred­ing of uit­sluit­ing las­tens het ven­nootschapsver­mo­gen alleen toege­lat­en is wan­neer de statuten in die mogelijkheid voorzien.
Het WVV bevat wel een aan­tal modaliteit­en die van toepass­ing zullen zijn áls er een uit­tred­ings- of uit­sluit­ingsregeling in de statuten staat.

Vri­jwillige uittreding

De vri­jwillige uit­tred­ing van een aan­deel­houd­er-oprichter is slechts mogelijk met ingang van het derde boek­jaar na de opricht­ing, ongeacht wat er in de statuten staat.

Andere regels omtrent de vri­jwillige uit­tred­ing zijn:

dat de aan­deel­houd­ers slechts kun­nen uit­tre­den gedurende de eerste zes maan­den van het boekjaar;

dat een aan­deel­houd­er uit­treedt met al zijn aan­de­len, waar­bij deze aan­de­len wor­den vernietigd;

dat de uit­tred­ing uitwerk­ing heeft op de laat­ste dag van de zes­de maand van het boek­jaar, waar­bij het bedrag van het schei­d­ingsaan­deel ten laat­ste één maand nadi­en moet wor­den uitbetaald;

dat het bedrag van het schei­d­ingsaan­deel per aan­deel gelijk is aan het bedrag dat voor dat aan­deel werke­lijk werd gestort en nog niet werd terug­be­taald, met een max­i­mum van de net­toac­tiefwaarde van het aan­deel zoals die blijkt uit de laatst goedgekeurde jaarrekening.

Via de statuten kan van deze 4 regels afgeweken worden.

De uitk­er­ing van het bedrag van het schei­d­ingsaan­deel wordt aange­merkt als een uitk­er­ing waarop de uitk­er­ing­stesten van toepass­ing zijn: de net­to-actief-test van artikel 5:142 van het WVV en de liq­uiditeit­stest van artikel 5:143 van het WVV. Hier­van kan statu­tair niet afgeweken worden.

Het bestu­ur­sor­gaan moet op de gewone algemene ver­gader­ing ver­slag doen over de ver­zoeken tot uit­tred­ing die inge­di­end wer­den tij­dens het vorige boekjaar.

Uit­tred­ing van rechtswege of wegens het ver­lies van de statu­tair vereiste hoedanigheid

De statuten van een BV kun­nen ook een regeling bevat­ten waar­door men ervan uit­gaat dat een aan­deel­houd­er van rechtswege is uit­ge­tre­den las­tens het ver­mo­gen van de BV, in geval van:

over­li­j­den, fail­lisse­ment, ken­nelijk onver­mo­gen, ver­ef­fen­ing of onbek­waamverk­lar­ing van een aan­deel­houd­er; of

het niet langer beant­wo­or­den aan de statu­taire vereis­ten om aan­deel­houd­er te worden.

De uit­tred­ing wordt dan geacht plaats te vin­den op het ogen­blik dat die omstandigheid optreedt en dezelfde wet­telijke bepalin­gen gelden als bij een vri­jwillige uit­tred­ing, met uit­zon­der­ing van de ter­mi­j­nen. Opgelet! Als de statuten niets voorzien, kan dit niet.

Uit­sluit­ing

De uit­sluit­ing van een aan­deel­houd­er las­tens het ver­mo­gen van de BV vin­dt plaats op ini­ti­atief van het bestu­ur­sor­gaan. Uit­sluit­ing is alleen mogelijk als de statuten van de BV expli­ci­et voorzien in de mogelijkheid van uit­sluit­ing las­tens het ven­nootschapsver­mo­gen, om een wet­tige reden of om een andere, in de statuten ver­melde redenen.

Om een aan­deel­houd­er uit te kun­nen sluiten moet het bestu­ur­sor­gaan een gemo­tiveerd voors­tel tot uit­sluit­ing meede­len aan de betrokken aan­deel­houd­er. De betrokken aan­deel­houd­er wordt ver­zocht zijn opmerkin­gen schriftelijk over te mak­en aan de algemene ver­gader­ing bin­nen de maand nadat hij het voors­tel tot uit­sluit­ing kreeg. De aan­deel­houd­er kan vra­gen om geho­ord te worden.

Alleen de algemene ver­gader­ing is bevoegd om de uit­sluit­ing uit te spreken en de uit­sluit­ing moet gemo­tiveerd wor­den. Het bestu­ur­sor­gaan deelt dan bin­nen de vijf­tien dagen het gemo­tiveerd besluit van de algemene ver­gader­ing mee aan de aan­deel­houd­er en schri­jft de uit­sluit­ing in het aan­de­len­reg­is­ter in, met ver­meld­ing van de datum van uit­sluit­ing en de bedra­gen die betaald wor­den aan de betrokken aandeelhouder.

De uit­sluitin­gen en de daaruit voortvloeiende statuten­wi­jzigin­gen – want er is een wijzig­ing van het aan­tal aan­de­len – wor­den vóór het einde van het boek­jaar waarin wordt uit­ge­tre­den, vast­gesteld bij authen­tieke akte verleden op ver­zoek van het bestuursorgaan.

De aan­de­len van de uit­ges­loten aan­deel­houd­er wor­den vernietigd.

Boekhoud­kundi­ge ver­w­erk­ing van het scheidingsaandeel

Ten­z­ij de statuten anders bepalen, heeft de uit­ges­loten aan­deel­houd­er recht op de uit­be­tal­ing van een schei­d­ingsaan­deel dat per aan­deel gelijk is aan het bedrag dat voor dat aan­deel werke­lijk werd gestort en nog niet werd terug­be­taald, met een max­i­mum van de net­toac­tiefwaarde van dit aan­deel zoals die blijkt uit de laatst goedgekeurde jaar­reken­ing.
Ook hier zijn de uitk­er­ing­stesten van toepassing.

Het bestu­ur­sor­gaan bepaalt op welke bestand­de­len van het eigen ver­mo­gen de bedra­gen voor de uit­be­tal­ing van het schei­d­ingsaan­deel boekhoud­kundig wor­den aan­gerek­end. Het bestu­ur­sor­gaan moet daar­bij onder meer reken­ing houden met de bestand­de­len van het eigen ver­mo­gen die wet­telijk of statu­tair onbeschik­baar zijn.

In zover de terug­be­tal­ing van het schei­d­ings­be­stand­deel wordt aan­gerek­end op de inbreng buiten kap­i­taal, moet op het ogen­blik van de uit­tred­ing of uit­sluit­ing het vol­gende geboekt wor­den:
11 Inbreng buiten kap­i­taal XXX
aan 48 Diverse schulden XXX

Wordt de terug­be­tal­ing van het schei­d­ings­be­stand­deel aan­gerek­end op de reserves, dan wordt dit geboekt bij de resul­taatver­w­erk­ing. Op het ogen­blik van de besliss­ing tot uit­tred­ing of uit­sluit­ing en, in voorkomend geval, bij de ont­trekking aan de reserves, vin­den de vol­gende boekin­gen plaats:
697 Andere rechthebben­den XXX
aan 48 Diverse schulden XXX
133 Beschik­bare reserves XXX
aan 792 Ont­trekking aan de reserves XXX

De effec­tieve uit­be­tal­ing van het schei­d­ingsaan­deel moet opgeschort wor­den als de uitk­er­ing­stesten een volledi­ge uitk­er­ing belet­ten. De opschort­ing loopt tot op het ogen­blik dat de uitk­er­ing­stesten de effec­tieve uit­be­tal­ing toe­lat­en. De Com­missie meent dat de BV deze uit­be­tal­ing­son­mo­gelijkheid moet opne­men in de toelicht­ing bij haar jaarrekening.