Doelgroepverminderingen voor eerste aanwervingen

Terug naar het overzicht

13 april 2022

Doel­groepver­min­derin­gen voor eerste aanwervingen

Sinds 2016 kan u een aanzien­lijke ver­min­der­ing van werkgev­ers­bi­j­dra­gen sociale zek­er­heid kri­j­gen voor de eerste zes aan­wervin­gen. Maar begin 2022 traden enkele wijzigin­gen in werking.

Eerste of bijkomende aanwerving

Tot 2021 kon u een volledi­ge vri­jstelling van basis­bi­j­dra­gen geni­eten bij indi­en­st­ne­m­ing van een eerste werkne­mer. Die vri­jstelling was van onbeperk­te duur. 

Voor de vol­gende 5 aan­wervin­gen – werkne­mer 2 tot 6 – kreeg u een for­faitaire ver­min­der­ing voor een bepaald aan­tal kwartalen.

Er waren wel wat voor­waar­den: de nieuwe werkne­mer mocht geen werkne­mer ver­van­gen die in dezelfde onderne­m­ing tew­erkgesteld was tij­dens de vier kwartal­en vóór dat van aan­werv­ing. Het moest dus gaan om een bijkomende aan­werv­ing. Dat wil zeggen dat u in de 4 kwartal­en vóór uw eerste aan­werv­ing geen werkgev­ers­bi­j­dra­gen betaald had. Voor uw tweede werkne­mer mocht u in de 4 kwartal­en vóór de aan­werv­ing uit­slui­tend bij­dra­gen betaald hebben voor één werkne­mer, enz. Die voor­waarde werd in principe per tech­nis­che bedri­jf­seen­heid bekeken, maar dat begrip was niet gedefinieerd.

Eerste aan­werv­ing: niet langer onbegrensd

Voor­taan wordt de vri­jstelling van sociale bij­dra­gen begrensd tot 4.000 euro per kwartaal.
Omgerek­end betekent dit dat er nog steeds een volledi­ge vri­jstelling van patronale basis­bi­j­dra­gen is als het bru­to maand­loon zowat 5.330 euro of lager is.
De vri­jstelling geldt wel, zoals voorheen, onbeperkt in de tijd.

Tweede tot zes­de aanwerving

De ver­min­derin­gen voor de tweede tot zes­de aan­werv­ing bli­jven ongewi­jzigd: die bedra­gen waren immers al beperkt in omvang en tijd:

5 eerste kwartal­en: Werkne­mer 2: 1.550 euro; Werkne­mer 3, 4, 5 of 6: 1.050 euro

4 vol­gende kwartal­en: Werkne­mer 2, 3, 4, 5 of 6: 1.050 euro, en

4 vol­gende kwartal­en: Werkne­mer 2, 3, 4, 5 of 6: 450 euro.

Uit­ges­loten werknemers

Tot nu kwal­i­ficeer­den som­mige tijdelijke werkne­mers ook voor de ver­min­derin­gen, maar sinds 2020 komen de vol­gende tijdelijk tew­erkgestelde werkne­mers al niet meer in aanmerking: 
• werkne­mers tot 31 decem­ber van het jaar waarin ze de leefti­jd van 18 jaar bereiken
• leer­lin­gen in het kad­er van de alternerende opleiding
• dien­st­bo­den
• job­stu­den­ten, IBO-con­tracten, vrijwilligers
• bepaalde stagiairs
• per­so­n­en onder­wor­pen aan de deelti­jdse leer­plicht, en
• gele­gen­hei­d­sar­bei­ders in de tuin- en landbouwsector.

Daar komen nu 2 cat­e­gorieën bij: de gele­gen­hei­dswerkne­mers in de hore­ca­sec­tor en flexi-job­bers. Voor deze werkne­mer­scat­e­gorieën kan u dus geen ver­min­der­ing van sociale zek­er­heid meer geni­eten.
Anderz­i­jds mag u deze werkne­mers ook negeren bij het bepalen van het aan­tal werkne­mers dat u al hebt.

Het begrip “tech­nis­che bedri­jf­seen­heid” (TBE)

Om te bepalen of u een nieuwe werkgev­er voor een 1e werkne­mer’ bent, of om te bepalen welke rang van 2 tot 6 een nieuwe werkne­mer heeft, moet u niet alleen kijken naar de juridis­che entiteit. U moet kijken naar het grotere plaat­je, namelijk naar de tech­nis­che bedri­jf­seen­heid of TBE. Als uw onderne­m­ing deel uit­maakt van een TBE, zal er dus naar de volledi­ge TBE gekeken wor­den om te bepalen of u als een nieuwe werkgev­er beschouwd kan wor­den, om te bepalen of het om een aan­werv­ing in tweede, derde, enz. rang gaat, of om te bepalen of de aan­werv­ing als een ver­vang­ing beschouwd kan wor­den, of niet.

Juridis­che entiteit­en vor­men een TBE als ze:

gemeen­schap­pelijke per­so­n­en hebben (sociale band), zoals per­son­eel dat over­stapt, of werkne­mers die als zelf­s­tandi­ge een­zelfde func­tie verderzetten, en

gelijkaardi­ge of aan­vul­lende activiteit­en hebben (socio-economis­che ver­w­even­heid), zoals: bank­fil­ialen die opsplit­sen in ver­schil­lende fil­ialen of een verzelf­s­tandigde infor­mat­i­ca­di­enst bin­nen een­zelfde groep.

Het kan zow­el gaan om juridis­che entiteit­en die gelijk­ti­jdig bestaan, als om juridis­che entiteit­en die elka­ar opvolgen.

Om het recht op ver­min­der­ing te ope­nen, mag de nieuwe werkne­mer geen werkne­mer ver­van­gen bin­nen de TBE; het moet dus gaan om een meertew­erk­stelling over de TBE heen.

Maar hoe bepaalt u of een nieuwe aan­werv­ing al dan niet een ver­vang­ing is bin­nen een TBE? U gaat daar­voor als vol­gt te werk. Eerst bepaalt u het max­i­mu­maan­tal werkne­mers dat gelijk­ti­jdig bin­nen de TBE tew­erkgesteld was in de loop van de 12 maan­den (dag op dag) die de indi­en­st­name vooraf­gaan. Noteer dat de nieuwe wet een tol­er­antie invo­ert van max­i­maal 5 kalen­derda­gen waarop een tijdelijke ver­hoging van het aan­tal werkne­mers in de refer­te­pe­ri­ode van 12 maan­den niet in reken­ing wordt gebracht. Con­creet betekent dit dat u de 5 dagen met het hoog­ste aan­tal werkne­mers niet moet meetellen om de max­i­mumtew­erk­stelling te bepalen in de refer­te­pe­ri­ode van 12 maanden.

Ver­vol­gens neemt u het totaalaan­tal werkne­mers dat op de eerste dag door de nieuwe werkgev­er in dienst genomen wordt en ver­hoogt dat met het aan­tal werkne­mers dat eventueel nog tew­erkgesteld is door de andere werkgev­ers in de TBE.

Als het resul­taat van de 2e stap min­stens één meer bedraagt dan de eerste stap, heeft u recht op de doel­groepver­min­der­ing voor de aan­werv­ing van een 1e (of 2e, 3e, 4e, 5e of 6e) werknemer.

Bereken­ing

De ver­min­der­ing is niet gebon­den aan een bepaalde werkne­mer. De werkgev­er kan dus elk kwartaal opnieuw kiezen voor welke werkne­mer hij de ver­min­der­ing toepast: als een werkne­mer uit dienst treedt en ver­van­gen wordt door een andere werkne­mer, kan u de ver­min­der­ing van de uit dienst getre­den werkne­mer voortzetten bij de nieuwe werknemer.

Over­gangsregeling

In principe bli­jft het recht op de doel­groepver­min­der­ing voor een indi­en­st­ne­m­ing van vóór 1 jan­u­ari 2022 behouden. De nieuwe regels met betrekking tot de rangin­name bij een TBE gelden niet voor het verleden. Dit betekent dat, als het recht op de ver­min­der­ing startte vóór 1 jan­u­ari 2022, het bin­nen een TBE mogelijk bli­jft om meerdere eerste aan­wervin­gen voor een­zelfde rang te hebben in ver­schil­lende juridis­che entiteiten.

Ook de ver­min­der­ing wegens eerste aan­werv­ing van vóór 1 jan­u­ari 2022 in een sit­u­atie die vol­gens de nieuwe regels niet meer in aan­merk­ing zou komen, bli­jft behouden. Kreeg u de ver­min­der­ing vóór 2022 voor een flexi-job­w­erkne­mer, dan kan u dat recht dus na 31 decem­ber 2021 voortzetten met een gewone werkne­mer, maar omdat de flexi-job­w­erkne­mer niet meer in reken­ing wordt gebracht om na te gaan of er een tew­erk­stelling was voor die bepaalde rang in de loop van de 12 vooraf­gaande maan­den, kan het recht ook opnieuw wor­den geopend als aan alle voor­waar­den wordt voldaan.