De wettelijke reserve in het WVV

Terug naar het overzicht

14 september 2020

De wet­telijke reserve in het WVV

Onder het oude wet­boek van ven­nootschap­pen (W.Venn.) gold als regel dat een ven­nootschap jaar­lijks een deel van de winst moest toewi­jzen aan de wet­telijke reserve. Hoe zit dat onder het nieuwe wet­boek, het WVV, en wat met de overgangsregeling?

Ver­plichte bijdrage

De meest gebruike­lijke ven­nootschapsvor­men waren onder de oude wet­gev­ing ver­plicht om 5% van hun win­sten te gebruiken voor de aan­leg van de zoge­naamde wet­telijke reserve. We hebben het hier over de BVBA, de NV, de CVBA, en de Comm​.VA.
Die ver­plicht­ing bleef bestaan tot die wet­telijke reserve gelijk was aan 10% van het maatschap­pelijk kap­i­taal (in de CVBA 10% van het vaste gedeelte van het maatschap­pelijk kapitaal).

Geen maatschap­pelijk kap­i­taal, dus geen wet­telijke reserve

Onder het WVV verd­wi­j­nen voor de BV en de CV de begrip­pen maatschap­pelijk kap­i­taal zodat er ook geen wet­telijk reserve meer moet aan­gelegd wor­den. In de NV en de Comm​.VA veran­dert er niets: de notie “maatschap­pelijk kap­i­taal” bli­jft bestaan en ook de wet­telijke reserve moet nog steeds aan­gelegd wor­den vol­gens de zelfde regels als voorheen.

Geen maatschap­pelijk kap­i­taal, geen wet­telijke reserve? Wat dan wel? In plaats van deze twee bal­an­srekenin­gen komt er de reken­ing “statu­tair onbeschik­bare eigen ver­mo­gen­sreken­ing”.
Dit ver­mo­gen kan, zoals de benam­ing al doet ver­moe­den, niet uit­ge­keerd wor­den. Wil je dat toch doen, dan moet dit uit­drukke­lijk in de statuten opgenomen wor­den.
Trouwens: je moet met uitk­erin­gen van eigen ver­mo­gen (of het nu van deze ver­mo­gen­sreken­ing komt, dan wel om winst gaat) alti­jd uitk­ijken. Dergelijke uitk­erin­gen zijn onder­wor­pen aan een dubbele test: de liq­uiditeit­stest en de bal­anstest.
Het is pre­cies deze liq­uiditeit­stest die in de plaats kwam van de wet­telijke reserve. Met deze test moet de bestu­ur­der ver­mi­j­den dat de onderne­m­ing de verderzetting van haar activiteit­en bemoeil­ijkt door uitkeringen.

De over­gangsregeling

Er zijn meerdere ven­nootschapsvor­men en meerdere sce­nar­i­o’s.
Voor de NV en de Comm​.VA veran­dert er niet zoveel. Dat had­den we hier boven al aange­haald. Maar voor de BVBA (nu BV) en de CVBA (nu CV) veran­dert er wèl het één en ander.

Het WVV is in werk­ing getre­den op 1 mei 2019 en was meteen van toepass­ing op ven­nootschap­pen die sinds­di­en zijn opgericht.

Had u een BVBA of een CVBA, dan kon u tot 1 jan­u­ari 2020 de zoge­naamde opt in’ doen: u schakelde dan in 2019 uw BVBA of CVBA om naar een ven­nootschapsvorm con­form het WVV. Dat zal dan in 99% van de gevallen een BV zijn omdat een CV nieuwe sti­jl in de meeste gevallen niet meer past voor een com­mer­ciële onderneming.

Deed u niets, dan werd uw BVBA op 1 jan­u­ari 2020 automa­tisch een BV.
De CVBA is een bij­zon­der ver­haal. Vol­doet ze aan de voor­waar­den van een CV, dan kan de CVBA omgezet wor­den in een CV. Vol­doet ze niet aan die voor­waar­den, dan bli­jft het een CVBA, onder­wor­pen aan het oude wet­boek ven­nootschap, zij het dat de dwin­gende bepalin­gen wel van toepass­ing wer­den op 1 jan­u­ari 2020.
Bij de eerste statuten­wi­jzig­ing moet er dan gekozen wor­den welke ven­nootschapsvorm er zal aangenomen wor­den. Doet u niets vóór 1 jan­u­ari 2024, dan wordt de CVBA automa­tisch omgezet in een BV.

De BVBA

Heeft u een BVBA/BV dan wor­den voor boek­jaren die afs­luiten vanaf 1 jan­u­ari 2020 uw maatschap­pelijk kap­i­taal en wet­telijke reserve omgezet in een “statu­tair onbeschik­bare eigen vermogensrekening”.

Sloot uw boekhoud­ing af op 31 decem­ber 2019, dan bent u strikt genomen onder­wor­pen aan de oude regels, en zal uw jaar­reken­ing nog wel meld­ing mak­en van een maatschap­pelijk kap­i­taal en wet­telijke reserves (die dan ook nog verder moet aan­gelegd wor­den con­form de ven­nootschap­sregels van het oude vennootschappenrecht).

Sluit uw boek­jaar af vanaf 1 jan­u­ari 2020, dan is de nieuwe wet­gev­ing wel van toepass­ing en moet u geen wet­telijke reserve meer boeken: het is de wet­gev­ing op de datum van het afs­luiten van de boekhoud­ing die telt.

Het CBN heeft hierover eerder tegen­stri­jdi­ge com­mu­ni­caties ver­richt. In haar nieuws­brief van 29 jan­u­ari 2020 inza­ke de dwin­gende bepalin­gen van het WVV schri­jft het CBN: “Door­dat het kap­i­taal van rechtswege niet meer bestaat vanaf 1 jan­u­ari 2020, dient bij de besliss­ing van de algemene ver­gader­ing in mei 2020 over de bestem­ming van het resul­taat van boek­jaar 2019, geen inhoud­ing van de winst meer te gebeuren van ten min­ste een twintig­ste van de net­towinst tot­dat het reserve­fonds een tiende van het kap­i­taal heeft bereikt. De wet­telijke ver­plicht­ing van artikel 319 W.Venn. is immers opge­houden te bestaan en de statuten ver­melden geen ander­slu­idende bepal­ing. Maar opgelet … als uw statuten voorzien dat u jaar­lijks een bepaald per­cent­age van uw win­sten reserveert, dan bli­jft die regeling wel gelden.“
Maar in haar eigen advies 201914 ver­meldt de com­missie: “Voor een BVBA die haar boek­jaar afs­luit per kalen­der­jaar, en geen vooraf­gaand gebruik maak­te van een “opt in”, is de laat­ste jaar­reken­ing waarin sprake is van een kap­i­taal de jaar­reken­ing met afs­luit­ings­da­tum 31 decem­ber 2019
Ook de NBB vraagt BVBA’s met een boek­jaar dat afs­luit op 31 decem­ber 2019 een jaar­reken­ing neer te leggen “met kapitaal”.

De CVBA

De regeling voor de CVBA is bij­zon­der com­plex. In eerste instantie moet het bestu­ur­sor­gaan van de CVBA uit­mak­en of de ven­nootschap aan de voor­waar­den vol­doet om een CV te wor­den. Indi­en ja, dan wordt de ven­nootschap een CV. Indi­en niet, dan bli­jft de oude ven­nootschap­swet­gev­ing van toepass­ing ofwel tot via een statuten­wi­jzig­ing beslist wordt wat de nieuwe ven­nootschapsvorm wordt, ofwel tot 1 jan­u­ari 2024: dan wordt de ven­nootschap automa­tisch een BV.
Dit betekent vol­gens som­mige auteurs dan ook dat in afwacht­ing daar­van de regels inza­ke de wet­telijke reserve’ gewoon van toepass­ing bli­jven zoals voorheen.

Beschik­baar maken

De wet­telijke reserve is een onbeschik­bare reserve en bij de omzetting bli­jft de reserve onbeschik­baar. Maar u kan hem wel beschik­baar mak­en bij de eerstvol­gende statuten­wi­jzig­ing. Voor de BV en de CV gelden immers sinds 1 jan­u­ari 2020 bij­zon­dere regels (bal­ans- en liq­uiditeit­stest). Die zijn vol­gens de wet­gev­er vol­doende om de belan­gen van schuldeis­ers en der­den te vrijwaren.