De revalorisatiecoëfficiënt van het kadastraal inkomen in 2022

Terug naar het overzicht

11 april 2022

De reval­orisatiecoëf­fi­ciënt van het kadas­traal inkomen in 2022

Voor een onderne­mer is de reval­orisatiecoëf­fi­ciënt van het kadas­traal inkomen (KI) rel­e­vant in twee spec­i­fieke sit­u­aties: als hij als par­ti­c­uli­er een won­ing ver­hu­urt aan een onderne­m­ing én als hij als bedri­jf­slei­der een won­ing ver­hu­urt aan zijn eigen onderne­m­ing. De reval­orisatiecoëf­fi­ciënt wordt elk jaar herbekeken.

Reval­oris­eren ver­sus indexeren

Het KI van gebouwen is de geschat­te jaar­lijkse huur­pri­js ervan. Oor­spronke­lijk – in de jaren ’60 en ‘70 – was die schat­ting het bedrag waarop men inkom­sten­be­lastin­gen ver­schuldigd was. De belast­ing­bereken­ing is sinds­di­en geëvolueerd, maar de schat­ting wordt nog steeds uit­gevo­erd op basis van de nor­men en pri­jzen van 1975. Om de schat­ting toch een beet­je actueel te houden, voerde de wet­gev­er mid­den de jaren ’80 een soort van index­atie in via de zoge­naamde reval­orisatiecoëf­fi­ciënt. Voor 2022 bedraagt die coëf­fi­ciënt 4,86, tegen­over 4,63 in 2021.

Ver­war reval­orisatie echter niet met index­atie! Het achterliggende idee – namelijk het bedrag van het KI enigszins actueel houden – is het­zelfde, maar het régime van de index­atie wordt toegepast op de onroerende voorheff­ing en in de per­so­n­en­be­last­ing, ter­wi­jl de reval­orisatiecoëf­fi­ciënt enkel gebruikt wordt in de twee hier­na genoemde gevallen.

Gebruikt uw huur­der het gebouw voor beroepsdoeleinden? 

Wie een gebouw ver­hu­urt aan een par­ti­c­uli­er, betaalt belastin­gen op het geïn­dex­eerde KI van dat gebouw.

Ver­hu­urt u echter aan een onderne­m­ing of vzw, of aan een fysieke per­soon die het gebouw gebruikt voor beroeps­doelein­den, dan betaalt u belastin­gen op de net­to-huur­pri­js. Dat net­to verkri­jgt u door van de huur­pri­js een kosten­for­fait af te trekken van 40% van die huur.
Op het kosten­for­fait staat wel een max­i­mum: namelijk: 2/​3e van het gereval­oriseerde KI

Voor­beeld 1
De huur­pri­js van een gebouw is 10.000 euro op jaar­ba­sis. U mag van die huur­pri­js 4.000 euro (40%) aftrekken als kosten. De net­to-huur bedraagt dus 6.000 euro. Stel dat het gebouw een KI heeft van 1.000 euro, dan mag het kosten­for­fait niet meer bedra­gen dan 2/​3e van 1.000 euro x 4,68; dus 3.120 euro. U mag dus geen 4.000 euro aftrekken als kosten, maar slechts 3.120 euro; de belast­bare huur bedraagt dus 6.880 euro, in plaats van 6.000 euro. 

Voor­beeld 2
Als in ons voor­beeld van daar­net het KI van de won­ing niet 1.000, maar 1.500 euro zou bedra­gen, dan bedraagt het max­i­male huurkosten­for­fait: 2/​3e van 1.500 euro x 4,68. Dat is 4.680 euro en dat max­i­mum ligt hoger dan het effec­tieve huurkosten­for­fait van 40% . U zal in dit geval dus belast wor­den op 6.000 euro.

Ver­hu­urt u aan uw eigen onderneming ?

De tweede sit­u­atie waarin we de reval­orisatiecoëf­fi­ciënt gebruiken is die van de bedri­jf­slei­der die een onroerend goed ver­hu­urt aan de onderne­m­ing waar­van hij de bedri­jf­slei­der is. Het gaat hier om een maa­tregel die bedoeld is om mis­bruiken tegen te gaan: immers, dankz­ij het kosten­for­fait van 40% was het vroeger soms inter­es­san­ter om huur te ont­van­gen dan loon. Maar de huur die een bedri­jf­slei­der ont­vangt van zijn onderne­m­ing, wordt door een antimis­bruik­bepal­ing omgezet in beroepsinkom­sten. Dat zal gebeuren als, en in de mate dat, de huur­pri­js hoger is dan 5/​3e van het gereval­oriseerde KI.

Voor­beeld
Stel dat de bedri­jf­slei­der 10.000 euro ont­vangt voor een won­ing met een KI van 1.000 euro.
De herk­wal­i­fi­catie van de huur naar beroepsinkomen geldt in dit geval voor het deel van de huur dat hoger is dan: 5/​3e van 1.000 euro x 4.68 = 7.800 euro.
De bedri­jf­slei­der zal in dit voor­beeld 7. 800 euro huur ont­van­gen, waar­van hij nog 40% huurkosten mag aftrekken, en 2.200 euro beroepsinkom­sten, die de fis­cus bij zijn andere beroepsinkom­sten zal opnemen.