De CV voor een vrij beroep

Terug naar het overzicht

31 januari 2020

De CV voor een vrij beroep

Tot de invo­er­ing van het nieuwe wet­boek van ven­nootschap­pen en verenigin­gen (WVV) was de coöper­atieve ven­nootschap een hand­i­ge ven­nootschapsvorm voor de uitoe­fen­ing van een vrij beroep. Het nieuwe WVV biedt andere mogelijkhe­den. Sterk­er nog, het lijkt erop dat de CV zelfs niet meer mag voor een vrij beroep.

De “oude” coöper­atieve ven­nootschap (al dan niet met beperk­te aansprake­lijkheid) bood tal van voorde­len. De ven­nootschap had aan­de­len op naam, vereiste min­stens 3 ven­noten en kon opges­tart wor­den met een maatschap­pelijk kap­i­taal van 18.550 euro (waar­van min­stens 6.200 euro vol­stort). Het belan­grijk­ste voordeel was even­wel het vari­abel kap­i­taal waar­door de organ­isatie een­voudig ven­noten kon lat­en in- of uittreden.

De nieuwe coöper­atieve vennootschap

In het WVV vin­den we enkel nog de CV. De vroegere coöper­atieve ven­nootschap met onbeperk­te aansprake­lijkheid (CVOA) verd­wi­jnt. Enkel de coöper­atieve ven­nootschap met beperk­te aansprake­lijkheid (CVBA) bli­jft bestaan en wordt dus sim­pel­weg de CV. Maar de wet­gev­er heeft duidelijk te ken­nen gegeven dat deze ven­nootschapsvorm uit­slui­tend open­staat voor échte coöper­atieve samen­werk­ingsver­ban­den.
Er is sprake van een écht coöper­atief samen­werk­ingsver­band als de CV werd opgericht om te vol­doen aan de behoeften van de aan­deel­houd­ers en/​of de ontwik­kel­ing van hun economis­che en sociale activiteit­en. De CV kan niet meer opgericht wor­den als het maatschap­pelijk doel ervan beperkt is tot winst voor de aandeelhouders.

Oud, nieuw en er tussen

De CV’s die na 1 mei 2019 wor­den opgericht moeten uit­er­aard aan deze nieuwe bepalin­gen vol­doen. Een vri­je beroeper kan sinds 1 mei 2019 geen CV meer opricht­en om zijn beroep in uit te oefenen.

CV’s die eerder waren opgericht kun­nen bli­jven bestaan maar zoals bek­end zijn er 3 cru­ciale peri­odes met betrekking tot de inwerk­ingtred­ing van het nieuwe vennootschapswetboek.

Er is in eerste instantie de peri­ode van 1 mei 2019 tot 31 decem­ber 2019. In die peri­ode kon de ven­nootschap kiezen om in de struc­tu­ur van het nieuwe WVV te stap­pen (de opt in).

Op 1 jan­u­ari 2020 kre­gen een reeks bepalin­gen van het WVV ook uitwerk­ing op bestaande ven­nootschap­pen. Het gaat om alle dwin­gende bepalin­gen’ van het WVV. Voorzien uw statuten niets of voorzien ze een regeling die stri­jdig is met het WVV, dan wor­den uw statuten op dat vlak als ongeschreven beschouwd. Ook aan­vul­lende bepalin­gen’ van het WVV wor­den van toepass­ing maar enkel in de mate dat uw statuten er niet van afwijken.
Sinds 1 jan­u­ari 2020 bent u trouwens ook ver­plicht om uw statuten aan te passen aan de nieuwe wet­gev­ing de eerste keer dat u uw statuten (om een andere reden) zou moeten aanpassen.

1 jan­u­ari 2024 is ten slotte de absolute dead­line om uw ven­nootschap aan te passen aan de nieuwe wetgeving.

In antwo­ord op een par­lemen­taire vraag antwo­ordde de min­is­ter dat het niet de bedoel­ing is dat pro­fes­sionele ven­nootschap­pen nog gebruik zouden mak­en van de CV. De BV is een rechtsvorm die vol­doende soe­pel is om het­zelfde doel te bereiken als voorheen de CVBA.
Als u van­daag een CV heeft, dan mag u die verderzetten tot 31 decem­ber 2023, met dien ver­stande dat op 1 jan­u­ari 2020 een reeks dwin­gende bepalin­gen van kracht zijn gewor­den en dat u bij een statuten­wi­jzig­ing tussen 1 jan­u­ari 2020 en 31 decem­ber 2023, de statuten hele­maal WVV-con­form moet maken.

Als de ven­nootschapsvorm op 1 jan­u­ari 2024 nog niet is aangepast, dan wordt ze op die datum van rechtswege in een BV omgezet.

Dwin­gende bepalingen

Voor uw bestaande vrij-beroep-CV’ moet u sinds 1 jan­u­ari 2020 reken­ing houden met de vol­gende dwin­gende bepalin­gen (het gaat trouwens om de dwin­gende bepalin­gen zoals die gelden voor de BV):

Uw CV heeft geen maatschap­pelijk kap­i­taal meer. Net zoals in de BVBA (nu BV) wordt het vol­stort maatschap­pelijk kap­i­taal en de wet­telijke reserves omgevor­md in een statu­tair onbeschik­bare eigen vermogensrekening.

De nieuwe regels over het bestu­ur van rechtsper­so­n­en en de bijhorende bestu­ur­der­saansprake­lijkheid uit het WVV wor­den van toepass­ing. Sinds 1 jan­u­ari 2020 kan een natu­urlijk per­soon in één ven­nootschap niet tegelijk in eigen naam bestu­ur­der zijn en ver­vol­gens ook nog eens namens een bestuurder-rechtspersoon.

De regels inza­ke de beraad­slag­ing, nietigheid en opschort­ing van besluiten van de orga­nen uit het WVV zijn ook van dwin­gend recht.

Ook de regels over (winst)uitkeringen en de alarm­bel­pro­ce­dure die gelden voor de BV’s zijn van dwin­gend recht en moeten door uw CV gere­specteerd worden.

Nietigheid pas vanaf 1 jan­u­ari 2024

De CV die geen coöper­atief doel’ nas­treeft maar enkel een win­st­gevend doel heeft, kan in principe ont­bon­den wor­den op vraag van een aan­deel­houd­er, elke belanghebbende derde of direct door het open­baar min­is­terie.
Maar door het antwo­ord van de min­is­ter is het duidelijk dat dit enkel mogelijk zal zijn vanaf 1 jan­u­ari 2024 met dien ver­stande dat de ven­nootschap, de aan­deel­houd­ers en de bestu­ur­ders wel de dwin­gende bepalin­gen van de BV moeten respecteren.