BTW: 6% op alle restaurant- en cateringdiensten
Eén van de maatregelen die de federale regering nam om ondernemingen een steun in de rug te geven bij de heropstart na covid-19 is het tijdelijk verlaagde btw-tarief van 6% voor restaurant- en cateringdiensten. En die maatregel gaat verder dan u zou denken.
Tijdelijke tariefverlaging
De tariefverlaging werd ingevoegd door een koninklijk besluit van 27 april 2021, gepubliceerd in het Staatsblad van 30 april 2021. Dit koninklijk besluit is heel bondig en duidelijk: In afwijking van artikel 1, [d.i. het normaal tarief van 21%] worden restaurant- en cateringdiensten aan het verlaagd tarief van 6 pct. onderworpen van 8 mei 2021 tot en met 30 september 2021.
Wat valt er nu allemaal onder die tariefverlaging? Er zijn drie grote groepen:
1. Het verschaffen van spijzen in restaurants en cafés voor het verbruik ter plaatse: deze waren onderworpen aan het tarief van 12% en gaan nu dus naar 6%.
2. Het verschaffen van dranken in restaurants en cafés voor het verbruik ter plaatse. Deze diensten waren nog steeds onderworpen aan het gewone tarief van 21%, maar ook die gaan nu naar 6%. De tariefverlaging geldt trouwens uitdrukkelijk ook voor alcoholhoudende dranken, maar steeds voor verbruik ter plaatse.
3. Het gelijktijdig verschaffen in uitvoering van één dienst, van zowel spijzen als dranken voor het verbruik ter plaatse. Tot nog toe moest de restauranthouder 12% toepassen op het eten en 21% op de drank… dat hoeft nu dus tijdelijk niet meer. Het wordt voor allebei 6%.
Het gaat dus duidelijk om dienstprestaties en niet om de levering van etenswaren en dranken. Die laatste valt niet onder deze tijdelijke maatregel. Qua tarief is er echter niet zo veel verschil tussen de twee. In de meeste gevallen is de levering van voeding ook onderworpen aan het tarief van 6% (met uitzondering van bepaalde vis, schaal‑, schelp- en weekdieren zoals kaviaar en zeekreeften). En ook levering van dranken is meestal onderworpen aan het tarief van 6% met uitzondering van alcoholische dranken.
Maar toch moet u het onderscheid goed maken als u zowel leveringen doet als diensten presteert omdat u ze in uw BTW-boekhouding en BTW-aangifte apart moet aangeven.
De benaming van de dienst of de dienstverlener is niet van belang. Een greep uit het aanbod:
fastfood en zelfbedieningsrestaurants;
restaurants in theaters (clubs …), musea en winkelcentra;
kantines en bedrijfsmesses;
hotels of gastenkamers met half- of volpension;
cafetaria’s, cafés, bars, brasserieën, herbergen, theesalons en discotheken.
Maar ook:
foodtrucks, snackbarauto’s;
traiteurs, bakkerijen met verbruikssalon;
tijdelijke stands voor verkoop of consumptie tijdens een festival, op een markt, een beurs.
De ‘speciallekes’
Borrelhapjes en versnaperingen voor het verbruik ter plaatse (denk aan een pakje chips, een ijsje, voorverpakte kaas- of salamiblokjes) komen in aanmerking voor het verlaagd tarief van 6%. Na 30 september 2021 zal het tarief 12% bedragen.
Ook het verschaffen van (lichte) maaltijden (bordje tapas, een lasagne, een croque uit het vuistje, een broodje, een salade) kunnen tijdelijk genieten van het verlaagd tarief, steeds op voorwaarde dat ze ter plaatse worden verbruikt.
Het verschaffen door begrafenisondernemers van spijzen of dranken om ter plaatse te worden verbruikt, kan tijdelijk aan 6%.
Het verschaffen van een ontbijt in het kader van gemeubeld logies aan de gasten, kan integraal het verlaagd tarief van 6% genieten. Het verschaffen van spijzen en dranken door een hotelhouder aan zijn gasten op hun kamer wordt aangemerkt als een restaurantdienst en is daarom onderworpen aan het tarief van 12%. Maar dankzij deze tijdelijk maatregel is het tarief van 8 mei tot 30 september 2021 dus 6%.
Het geregistreerd kassasysteem
Door het verlaagd btw-tarief van 6% voor de restaurant- en cateringdiensten is een aanpassing nodig van de programmatie van het geregistreerd kassasysteem. Bij de herprogrammatie moeten de algemeen gebruikte codes ( ‘A’ voor 21%, ‘B’ voor 12%, ‘C’ voor 6% en ‘D’ voor 0%), niet aangepast worden. Enkel de verdeling van de leveringen van goederen en van de verstrekte diensten over de verschillende tarieven moet aangepast worden.
Als dat niet onmiddellijk gebeurt, dan is dit nog geen probleem: de administratie laat toe om in afwachting van de herprogrammatie het bedrag van de verschuldigde btw achteraf te herrekenen.
Het tarief van 12% dat gebruikelijk is en dus op alle rekeningen en ontvangstbewijzen vermeld wordt mag manueel worden aangepast door de vermelding ’12%’ te doorstrepen en te vervangen door ‘6%’. De administratie meldt nog dat, vermits het slechts om een tijdelijke maatregel gaat, het niet nodig is nieuwe ontvangstbewijsboekjes te bestellen met een nieuw vakje voor het tarief van 6%.