Bewijslast bij ontslag na arbeidsongeschiktheid

Terug naar het overzicht

12 juli 2021

Bewi­js­last bij ontslag na arbeidsongeschiktheid

Een werkneem­ster kri­jgt een miskraam waar­na ze arbei­d­songeschikt wordt. De dag van haar terug­keer ontslaat de werkgev­er haar met als moti­vatie dat de onderne­m­ing reor­gan­iseert. De werkneem­ster meent echter dat zij ontsla­gen werd wegens haar arbei­d­songeschik­theid naar aan­lei­d­ing van de miskraam en trekt naar de rechtbank.

Kinder­wens

De jongedame had al eerder te ken­nen gegeven dat ze een kinder­wens had en was inder­daad zwanger gewor­den na een IVF-behan­del­ing. Uit briefwis­sel­ing blijkt dat de werkgev­er toen al te ken­nen had gegeven dat hij een zwanger­schap geen goed idee vond omwille van de jonge leefti­jd van de werkneem­ster en het feit dat een zwanger­schap aan­lei­d­ing zou geven tot verve­lende gemoedswisselingen.

Als de vrouw via brief laat weten dat ze een miskraam heeft gehad en een tijd arbei­d­songeschikt zal zijn, reageert de onderne­mer hele­maal niet. Dat lokt bij het Luikse Arbei­d­shof dat over deze zaak oordeelt, de reac­tie uit dat de onderne­mer weinig respect of medeleven betoonde.

Ontslag

Op het ogen­blik van de terug­keer wordt de werkneem­ster ontsla­gen. Als moti­vatie geeft de werkgev­er aan dat er een reor­gan­isatie plaatsvin­dt en dat ver­schil­lende activiteit­en wor­den samenge­bracht waar­door haar dien­sten niet langer vereist zijn.
De medew­erk­ster meent echter dat zij niet ontsla­gen werd omwille van een reor­gan­isatie maar omwille van haar kinder­wens, en de miskraam/​arbeidsongeschiktheid die daaruit voortvloei­de. Als de kinder­wens de reden is van haar ontslag, dan is het ontslag dis­crim­inerend op basis van het geslacht.

Het Arbei­d­shof van Luik dat over deze zaak moest oorde­len, meent dat de bewi­js­last voor dergelijk bew­er­ing in eerste instantie bij de werkne­mer ligt. Aan de hand van ver­schil­lende ele­menten, waaron­der de briefwis­sel­ing slaagt de vrouw erin aan te tonen dat haar kinder­wens, zwanger­schap en miskraam effec­tief de eigen­lijke reden waren voor het ontslag.
Belan­grijk is dat het hof beves­tigt dat een ontslag wegens moed­er­schap, zwanger­schap­swens, staat van zwanger­schap en miskraam of arbei­d­songeschik­theid gelijk­staat met een directe dis­crim­i­natie op grond van het ges­lacht omdat enkel vrouwen zich in deze sit­u­atie kun­nen bevinden.

De werkgev­er kri­jgt nog de kans om aan te tonen dat er andere motieven waren die speelden. Maar, vol­gens de recht­bank slaagt de onderne­mer er niet in aan te tonen dat er werke­lijk een reor­gan­isatie heeft plaats­gevon­den. Inte­gen­deel, de recht­bank stelt vast dat de werkgev­er eigen­lijk heel tevre­den was van de werkne­mer. Het hof kent de vrouw een schade­v­er­goed­ing toe van 6 maan­den loon.