Betalingsachterstand: 60 dagen of 30 dagen?

Terug naar het overzicht

21 april 2022

Betal­ing­ster­mi­jn van 30 of 60 dagen?

De wet van 2 augus­tus 2002 betr­e­f­fende de bestri­jd­ing van de betal­ingsachter­stand bij han­del­strans­ac­ties werd in de loop van 2021 gewi­jzigd. De nieuwe regels traden in werk­ing op 1 feb­ru­ari 2022. Wat moet u zek­er weten ?

Wat zijn de hoof­dregels inza­ke betalingsachterstand ?

De wet van 2 augus­tus 2002 geldt enkel in het kad­er van han­del­strans­ac­ties. Dat zijn trans­ac­ties tussen onderne­min­gen, of tussen onderne­min­gen en over­hei­dsin­stanties, die lei­den tot een lev­er­ing van goed­eren, een ver­richt­ing van dien­sten of het ontwer­pen en uitvo­eren van open­bare werken en bouw- en civiel­tech­nis­che werken, tegen vergoeding.

Als er geen betal­ing­ster­mi­jn of datum in het con­tract werd opgenomen, dan lag de betal­ing­ster­mi­jn tot voor kort vast op 30 kalen­derda­gen. Dat bli­jft ook zo. 

De ter­mi­jn van 30 dagen vangt in principe aan op de dag dat de schulde­naar de fac­tu­ur of een ver­zoek tot betal­ing ont­vangt. Als die datum niet kan vast­gesteld wor­den, dan moet er gekeken wor­den naar de datum waarop de goed­eren of dien­sten ont­van­gen wer­den. Ook als de schulde­naar de fac­tu­ur eerder ont­vangt dan de goed­eren of dien­sten, begint de ter­mi­jn maar te lopen bij de ont­vangst van de goed­eren of diensten.

Maar de par­ti­jen kun­nen ook een betal­ing­ster­mi­jn overeenkomen. Onder de oude wet kon­den de con­tracterende par­ti­jen die ter­mi­jn vrij bepalen, zon­der dat die meer mocht bedra­gen dan 90 dagen. Alleen als de schuldeis­er een kmo was, en de schulde­naar dat niet was, mocht de betal­ing­ster­mi­jn niet langer zijn dan 60 dagen.
Het was echter een courante prak­tijk dat de schulde­naar in dergelijke sit­u­aties de betaal­ter­mi­jn van 60 dagen maar liet aan­van­gen nadat hij de goed­eren uit­drukke­lijk had aan­vaard. Op die manier kon de schulde­naar in de prak­tijk toch een betal­ing­ster­mi­jn van 90 dagen afdwingen.

Dat achter­poort­je wordt door de nieuwe wet ges­loten. De max­i­male betal­ing­ster­mi­jn is nu 60 dagen, ongeacht of er kmo’s bij de deal betrokken zijn, of niet. 

Bedin­gen die voorzien in een lan­gere betal­ing­ster­mi­jn dan 60 dagen, wor­den als ongeschreven beschouwd, zodat de ter­mi­jn dan op 30 dagen komt te liggen!

Als de schulde­naar de goed­eren vanaf nu wil testen op con­for­miteit, dan maakt de ter­mi­jn die hij daar­voor willen voor­be­houden, deel uit van de 60 dagen-termijn. 

Verder moet de schulde­naar, uiter­lijk op het tijd­stip van ont­vangst van de goed­eren of ver­richt­ing van de dien­sten, aan de schulde­naar alle infor­matie ver­strekken die nodig is om de fac­tu­ur te kun­nen opstellen.

Inge­brekestelling

Als er op de ver­valdag niet betaald werd, dan is de schulde­naar meteen, en van rechtswege (d.w.z. automa­tisch), een rente ver­schuldigd, plus een for­faitaire schade­v­er­goed­ing van 40 euro. De schuldeis­er moet de schulde­naar hier­voor niet in gebreke stellen: de schuldeis­er kan con­tractueel dus niet afd­win­gen dat de schulde­naar geen rente mag vorderen.

Sinds 1 februari

De nieuwe regels zijn van toepass­ing sinds 1 feb­ru­ari 2022. De nieuwe regel­gev­ing geldt dus zek­er voor con­tracten die sinds­di­en wer­den afgesloten.

Ook voor lopende contracten

Maar wat met de lopende con­tracten? In antwo­ord op een par­lemen­taire vraag liet de bevoegde min­is­ter van Werk en Economie weten dat hij van mening is dat de wet (die van dwin­gend recht is) onmid­del­lijk van toepass­ing is op de lopende contracten.

De gevol­gen van die redener­ing zijn niet min: als een lopend con­tract in een loop­ti­jd voorzi­et van meer dan 90 dagen, dan wordt dat bed­ing onder het nieuwe recht als ongeschreven beschouwd. Dat zou beteke­nen dat de betal­ing­ster­mi­jn dan terug­valt op 30 dagen en dat er na die 30 kalen­derda­gen rente en een for­faitaire ver­goed­ing ver­schuldigd zijn.
Vol­gens som­mige auteurs heeft de rechter wel de mogelijkheid om, in de plaats van het bed­ing volledig te negeren, het terug te bren­gen naar de max­i­male wet­telijke ter­mi­jn van 60 dagen.

Het lijkt in elk geval aangewezen om voor de lopende con­tracten te bek­ijken of de nieuwe max­i­mumter­mi­jn niet over­schre­den werd. Indi­en dat wel het geval is; is het belan­grijk om de clausule te herzien en ze in overeen­stem­ming te bren­gen met de wet.