Vanaf aanslagjaar (aj) 2018 is er een nieuwe regeling voor alleenstaande ouders met een laag inkomen. Zij moeten in VAK II, RUBRIEK 5, code 1101 – 63 invullen, om te bevestigen dat ze werkelijk alleen wonen en kinderen ten laste hebben.
Zij mogen geen andere personen inwonend hebben op hun adres op 1/1/2018. Uitzonderingen: descendenten (kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen), ascendenten (ouders, grootouders, overgrootouders), pleegouders en pleegkinderen, broers en zussen.
Verhoging belastingvrije som
Een eerste voordeel is de een verhoging van de gewone belastingvrije som (BVS), die voor laagverdieners € 7.570 bedraagt, met € 1.000. Dit komt bovenop de reeds bestaande verhoging van de BVS die iedere alleenstaande ouder krijgt van € 1.550, losstaand van hun inkomen. De verhoging geldt ook hier (zoals de € 1.550) voor beide co-ouders: niet alleen degene bij wie het domicilie is gevestigd van de kinderen, maar ook bij de andere co-ouder, en dit voor het volledige bedrag (wordt dus niet gesplitst in twee).
Een laag inkomen is hier het gezamenlijk belastbaar inkomen (GBI), dat dan niet hoger mag zijn dan € 15.000. Dan is de verhoging maximaal, zijnde dus € 1.000. Vanaf € 15.001 wordt de € 1.000 dan afgebouwd, waarbij ze bij een GBI van € 19.000 herleid wordt tot 0.
Voorbeelden:
- Is uw GBI € 17.000, dan is de verhoging van de BVS gelijk aan € 500.
Berekening: 19.000−15.000=4.000 en 17.000−15.000=2.000. Hierdoor is uw BVS-verhoging: € 2.000/€ 4.000 X € 1.000 = € 500.
- Bij € 16.000 krijg je aldus € 750
- Bij € 18.000 wordt dit dan € 250.
De alleenstaande moet ook verplicht een minimumbedrag van € 3.200 aan gezamenlijk belastbare netto beroepsinkomsten (NBI) verdienen. Dit is inclusief ziekte-uitkeringen maar exclusief werkloosheidsvergoedingen en pensioenen.
Er is ook een belastingkrediet voorzien: d.w.z. dat wanneer de alleenstaande geen belastingen moet betalen, het niet genoten voordeel aan belastingvermindering wordt terugbetaald, met een maximum van € 440 per kind ten laste.
Belastingvermindering van kinderoppaskosten
Een tweede voordeel voor deze alleenstaande ouders is een verhoogde belastingvermindering bij kinderoppaskosten. Deze kosten, die fiscaal beperkt worden tot maximum € 11,20 per kind en per opvangdag, geven aanleiding tot een belastingvermindering van 45%. Voor hen wordt dit nu met 30 procentpunten opgetrokken tot 75% bij een maximum GBI van € 15.000. Daarna wordt de 75% geleidelijk afgebouwd tot 45% bij een inkomen van € 19.000. De berekeningswijze is vergelijkbaar met de afbouw van de verhoogde belastingvrije som van € 1.000 (zie hoger). Ook hier wordt een belastingkrediet toegestaan, maar dan enkel voor de 30 extra procentpunten.